Met de kredietcrisis kwam een Japanse machinefabriek wereldwijd in zwaar weer. Op korte termijn moesten de resultaten beter en de directie van het Europese hoofdkantoor legde een adviesaanvraag bij de Ondernemingsraad neer.
Antonie Reichling analyseerde voor de Ondernemingsraad de relevantie en effectiviteit van de voorgestelde reorganisatiemaatregelen. Hij toonde aan dat er geen verband bestond tussen de gewenste effecten en de maatregelen en dat er zelfs een reële kans op contraproductieve effecten was.
De Ondernemingsraad adviseerde negatief en de directie trok haar adviesaanvraag terug. De noodzakelijke besparingen werden langs andere wegen dan reorganisatie gerealiseerd.