De gedwongen winkelnering bij een universitaire stafafdeling stond onder zware druk. De afdeling wilde haar toekomst zeker stellen door de derde geldstroom te vergroten en de kosten voor de interne afnemers te verlagen, maar het bestuur stond geen enkel ondernemersrisico toe.
Samen met Antonie Reichling ontwikkelde de afdeling een ondernemingsplan dat zowel een duidelijk zicht op aanzienlijke groei van de derde geldstroom verschafte, als recht deed aan de voorzichtigheid van het Universiteitsbestuur.
De afdeling kreeg toestemming het ondernemingsplan uit te voeren en was in staat blijvend het hoofd te bieden aan de felle externe concurrentie.